Ik kan daar moeilijk tegen, tegen moeilijke bevallingen. Ik
herinner me op gehoorsafstand getuige te zijn geweest van de
bevalling van mijn moeder van mijn jongste broer. Zeventien was
ik toen.
Dat het moeilijk was, dat was me overduidelijk uit wat ik
hoorde. En ik voelde me zo mateloos machteloos! Hetzelfde
machteloze gevoel ervoer ik beide keren toen ik mijn dochter in
haar weeën zag. Die harde kant aan mij, ik ontken hem
niet, is werkelijk flinterdun. Vreemd, maar als ik terugdenk
aan de geboorte van mijn eigen kinderen, dan is er veel minder
gevoel van machteloosheid. Ik heb een vrouw die wel heel
vanzelfsprekend doet wat gedaan moet worden en accepteert wat
onvermijdelijk is en er dan ook nog op vertrouwt dat het wel
goed gaat komen en dat gevoel nog overbrengt ook. En misschien
voelde ik me toen ook wel zo verantwoordelijk dat ik geen
ruimte had voor mijn machteloosheid? Beginnend met de geboorte
van mijn eigen zoon komt er bij de eerste schreeuw van welk
kindje dan ook - je komt het op tv nogal eens tegen
momenteel - een golf aan emoties bij me op die me op
één of andere intense manier laat weten dat ik
leef. Die twee dingen, mijn machteloosheid en die golf van
emoties, staan voor mij voor geboren worden.
En dan wordt Aron geboren. Ik herhaal aan de telefoon zijn naam
als mijn zoon die van de andere kant van onze aardbol
aankondigt, ik spel hem om zeker te zijn van de goede
ontvangst. Pas uren later, als mijn zus erover mailt, sta ik
echt stil bij de betekenis. Afgeleid van Aäron, 'de
Verlichte'. Een naam van bijbelse oorsprong dus, een mooie,
krachtige naam. Ik heb als mijn zoon belt al dagen- en nachtenlang
meegeleefd, ook al omdat de geboorte zich al drie weken eerder
leek aan te kondigen. En op zo'n afstand blijf je toch minder
op de hoogte en leef je dus met meer onzekerheid dan wanneer
het hele proces zich nabij voltrekt en het contact veel
frequenter is, ook al omdat dag en nacht dan samenvallen
terwijl ze nu standvastig elkaars tegenvoeter spelen. Ik wil
toch ook geen gevoel van op te jagen overbrengen of
ongerustheid en mijn zoon en schoondochter zijn volwassen
mensen. Ik moet het loslaten, maar echt helemaal lukt me dat
toch niet, zo merk ik steeds weer. Als de vele uren
verstrijken, begrijp ik wel dat de bevalling zwaar is. Daar
zijn geen woorden voor nodig en de woorden die er komen door
sms en mail zijn, onontbeerlijk als ze zijn, eigenlijk ten
overvloede. Ik slaap al nachten redelijk onrustig, me steeds
bewust van te wachten op de telefoon. Als hij dan 's ochtends
gaat, slaap ik net nog even diep en kom ik razendsnel van heel
ver weg. Scherp ben ik me vanaf het eerste woord van mijn zoon
de intonatie en achterliggende gevoelslading bewust. Aron
is de naam, een helder jongetje en een vader die hem door tegen
hem te praten of voor hem te zingen geruststelt, die niet van
zijn zijde wijkt! Ik ben blij, blij voor mijn schoondochter,
blij voor mijn zoon, blij voor Aron en blij voor ons hier
allemaal. Maar ik merk ook dat er iets ontbreekt. Ik zou op pad
willen gaan, mijn kleinzoon in m'n armen willen houden, maar
twintig uren vliegen en minimaal drie vluchten scheiden ons.
Natuurlijk, ik kom ... maar we vliegen pas over een maand.
Ik merk in de uren die volgen dat ik niet de enige ben die
nauwgezet het internet in de gaten houdt, wachtend op beelden.
Midden op de dag komen die van midden uit de nacht binnen en ze
zijn al gesignaleerd en doorgebeld als het sms'je om ze aan te
kondigen zich aandient. Midden op deze dag raken dag en nacht
elkaar.
Ik kijk naar de foto die mijn bureaublad siert. Hoe oud is hij
hier? Op z'n hoogst dus een uur of zes. Heldere ogen,
inderdaad. Maar ik moet het met het plaatje doen, meer kan ik
niet in me opnemen en ik merk dat Aron me nog niet echt nabij
komt, dat er iets ontbreekt en dat dat me onrustig maakt. Aron
leert me een les in geduld, nu al, een les die ik op mijn
opaleeftijd misschien niet meer zo erg snel leer. Van de foto
kijkt hij me aan. Hij heeft tijd, alle tijd!
Je bent je weg bij ons hier vandaag begonnen, nog geen etmaal
geleden. Je kijkt het leven in en ik kijk naar je gezichtje op
mijn scherm. Het wonder heeft zich weer voltrokken en als met
ieder nieuw mensenkind is met jou een nieuwe kans voor onze
wereld geboren. Ik hoop, kleine Aron, dat iets van dat nieuwe
in jouw leven waarheid worden gaat. Weet dat ik trots ben jouw
opa te mogen zijn.
Gert Hardeman
Familieverh. --- Home
Pagina geschreven 23 december 2004.