
Foto opgedragen aan mijn moeder
Al voor tienen ben ik deze zaterdagmorgen op zoek naar het
graf van mijn moeder. Het is alweer meer dan een halfjaar
geleden dat ze stierf. De steen op het graf heb ik nog niet
eerder gezien, maar ik vind hem gemakkelijk. Ik sta daar, de
zon in m'n rug, en ik lees haar namen. Ik voel niets, lijkt
het wel, en daar ben ik verbaasd over. Ik denk terug aan de
zomerdag van haar begrafenis. Ik zie hoe velen er na haar
begraven zijn ... En opnieuw staar ik naar haar
namen ...
Als ik terugloop naar m'n auto voel ik tranen. 'Ze is er
niet', hoor ik mezelf mompelen. En op hetzelfde moment valt me
een oude tekst in: 'Wat zoekt ge de levende bij de doden? Ze
is hier niet, want ze is opgestaan ...' Ik merk hoe m'n
gevoel op slag verandert. 'Het klopt ook', zeg ik in mezelf.
'Ze is er niet! Ze is héél ver weg.' Ik denk
terug aan een andere dag: haar laatste dag. Ik ging vanuit het
ziekenhuis op weg naar m'n broer om daar een broodje mee te
eten. Plotseling was ze bij me, in m'n auto, daar op de A12.
Ze heeft alle afstand al overwonnen, wist ik toen. Terwijl
haar lichaam de laatste strijd streed in de ziekenkamer, was
haar geest alom.
We gaan naar Pasen. Dat maakt 't nog meer kloppend allemaal.
Onze doden zijn mateloos ver van ons verwijderd en tegelijk
dichterbij dan ooit. Hoe kan zoiets?
Later deze dag ben ik bij een tante die vorig jaar haar man
verloor. We praten over hem, over z'n geslotenheid, over hoe
hij in alle pijn kon danken voor elke dag. En plotseling is
hij bij ons; ik kan hem voelen. Ik zeg het ook: 'Misschien is
hij hier nu wel, misschien is hij dichterbij dan
ooit ...' De ogen van mijn tante worden vochtig. 'Dat zou
ik best kunnen geloven', zegt ze.
Ja, ik geloof de opstanding der doden. Ze zijn eindeloos ver
van ons verwijderd en soms ineens heel dichtbij! Mooie
gedachte, dat ze rondom ons zijn. Wie weet zijn ze onze
beschermengelen. Wat weten we? Wat ik het duidelijkst weet, is
wat ik voelen kan.
Familieverh. --- Home
Pagina laatst bijgewerkt 16 maart 2002.