20 juli 2002, opgedragen aan Siska
Een zomerdag waarin zon en wolken elkaar afwisselen: puur
Nederlands. Ik rijd terug van het stadse ziekenhuis. Een
schoonzus, mijn leeftijd, kreeg nog geen etmaal geleden een
hersenbloeding na een avondje uit en er lijkt vrijwel geen
hoop meer te zijn. In zo'n situatie kom je in een bijzondere
gevoelssfeer, waarin je dan ook veel scherper dan in normale
doen waarneemt en beleeft.
Er is druk vakantieverkeer, vooral terugkerend lijkt me. Wat
wordt er veel versleept op zo'n weg. Wat staan of liggen veel
fietsen op de auto's en de aanhangers. Wat zitten de auto's
vol: hele gezinnen verplaatsen zich! En wat hebben veel van
die mensen een haast. Niet iedereen overigens: de
parkeerplaatsen staan overvol. Zij die volgens de regels niet
sneller dan 80 mogen, komen voortdurend naar links en
noodzaken me steeds weer om af te remmen. Het lijkt alsof ze
allemaal van ver komen en echt aan het eind van hun Latijn
zijn. Ik ken dat wel: dan wil je het liefst doorzetten en weer
thuis zijn. Maar gevaarlijk is het wel, dat overmoedige
rijgedrag. Toen het in dezelfde situatie eens hevig begon te
regenen heb ik in Zuid-Limburg een waar slagveld op de
autobaan zien ontstaan. Zolang de anderen nu maar een
beetje geduld hebben met deze thuisgangers, kan het allemaal
nog goed aflopen. Maar niet iedereen gunt zich de tijd om
geduld te hebben. Wat een haast, wat een
gevlieg ...
En wat springt dat alles uit nabij de confrontatie met de dood
van een familielid. Zo zit ze op de fiets, even later voelt ze
hoofdpijn en nog even later is ze in feite al vertrokken.
Juist als ik dit schrijf, komt het bericht dat ze echt
hersendood is en dat, volgens haar wens, Eurotransplant wordt
gebeld. Een bedrijvig mens ging heen. Hoe velen heeft zij niet
naar hun einde begeleid? Ik hoop dat ze nu zelf goed kan
overgaan, dat ze met open armen ontvangen is. Want ik
geloof in die andere wereld, het leven aan de overkant. Ik
betwijfel of mijn schoonzus zelf daarin geloofde, maar dat
doet er ook niet toe. Je denkbeelden over de dood bepalen
volgens mij de werkelijkheid niet. Het leven voltrekt zich,
zelfs over de grens van de dood. En vaak heb ik het gevoel dat
dat alles passeert volgens een vaststaand plan. Velen geloven
dat zo niet, ik wel.
Het wordt nacht. Ik stuur een fax naar mijn zoon aan de andere
kant van de wereld waar de zon nu bijna op het hoogste punt
komt. Ik bel mijn schoonzus op het zuidelijk halfrond opnieuw.
Ze kan het nog nauwelijks bevatten. Het moet ook extra
moeilijk zijn als je zover weg zit. Naar het ziekenhuis
rijden, daar zijn, het maakt het allemaal zoveel tastbaarder.
En gek, soms lijkt de dood me veel meer een vriend dan een
vijand. Het is de dood die het leven zo ontzettend
kostbaar maakt!
Gert Hardeman
Familieverh. --- Home